Leervraag 2: Hoe verwerk ik als kleuterleerkracht ‘opgroeien met twee
mama’s’ in een belangstellingscentrum?
Zoals eerder vermeld kan je kinderen
vertrouwd laten maken met holebi’s door beeldmateriaal, prentenboeken, foto’s
of taalgebruik in verhalen. Je kan dus als kleuterleerkracht het thema
‘opgroeien met twee mama’s’ op verschillende manieren aan bod laten komen in de
kleuterklas.
In
de educatieve map ‘Maarten heeft twee mama’s’ las ik een aantal voorbeelden hoe
je ‘opgroeien met twee mama’s' in een thema kan verwerken. Ik som enkele
voorbeelden
op.
Wanneer
je voor het belangstellingscentrum ‘gezinnen’ kiest, kan je in de onthaalkring
naar aanleiding van een ervaring of nieuwsgierigheid van een kleuter het
onderwerp bespreekbaar maken. Uiteraard kan je als kleuterleerkracht zelf over
gezinnen beginnen spreken. Je vertelt dat er verschillende soorten gezinnen
bestaan: nieuw samengestelde gezinnen, éénoudergezinnen en dus ook
holebigezinnen. Je legt de verschillende gezinnen ook uit. Bij holebigezinnen
bijvoorbeeld kan je als kleuterleerkracht aanhalen dat een jongen op een jongen
verliefd kan worden en een meisje kan ook op een meisje verliefd worden. Zo
kunnen twee jongens of twee meisjes ook samenwonen en kinderen hebben.
Als je voor het thema ‘twee mama’s of
twee papa’s’ kiest, kan je de boekenhoek met deze prentenboeken verrijken:
De mama’s van Sterre van Gea van Beuningen
Twee mama’s van Francesca Pardi
Vaderdag
met twee mama’s van Karin Wijnhoven
Twee
pappa’s voor Tango van Edith Schreiber-Wicke
Arwen
en haar papa’s van Jarko De Witte van Leeuwen
Deze prentenboeken tonen aan dat
koppels soms bestaan uit mensen van hetzelfde geslacht en dat kinderen niet
noodzakelijk een vader en een moeder moeten hebben.
Je kan als kleuterleerkracht het
belangstellingscentrum ‘twee mama’s en twee papa’s' ook aanbieden in de
dramahoek of huishoek. Je verrijkt de dramahoek / huishoek met vrouwenkleren en
mannenkleren. Op deze manier kunnen de kleuters zich verkleden in twee vrouwen
of twee mannen en doen de kleuters alsof ze een koppel zijn. Ze kunnen
bijvoorbeeld samen naar de winkel gaan. In dit geval kan het belangstellingscentrum
ook ‘verliefd zijn’ zijn, want de kleuters doen alsof ze verliefd zijn.
Tijdens een les over discriminatie of pesten kan de leerkracht het voorbeeld geven van een meisje dat gepest wordt op school, omdat haar oudere broer een vriend heeft in plaats van een vriendin. Maak leerlingen vertrouwd met het feit dat holebi’s niet altijd correct behandeld worden en leg uit hoe dat komt.
‘Opgroeien met twee mama’s’ kan ook
voorkomen in het thema ‘pesten’. Je kan de kleuters een liedje laten horen of
aanleren over pesten. Het liedje kan gaan over huidskleur, mentale
capaciteiten, lengte, gewicht, maar ook over het verschil tussen een meisje dat
verliefd is op een jongen en een meisje dat verliefd is op een meisje.